Volkstuinvereniging ”Achter de Vuurlijn”
Standplaats
Licht: aalbessen groeien het best op een zonnige plaats, maar verdragen ook halfschaduw.
Bodem: de aalbes vraagt droge of matig natte, lichtzure tot neutrale grond. Het type grond op
ons volkstuincomplex in De Kwakel leent zich uitstekend voor de teelt van trosbessen.
Bemesting
Trosbessen zijn op lichte grond erg gevoelig voor een tekort aan kalium. Jaarlijks bijmesten in
het voorjaar is wenselijk. Een ruime hoeveelheid compost wordt eveneens op prijs gesteld.
Tijdstip om te snoeien
Aalbessen kunnen op twee momenten in het kalenderjaar worden gesnoeid. De zgn.
zomersnoei, die valt net nadat de bessen zijn geoogst en de wintersnoei die in de maanden
januari, februari en maart kan plaatsvinden.
De wintersnoei biedt een aantal belangrijke voordelen: minder uitgepikte ogen (vogels),
minder last van de schimmelziekte “vuur” en de rupsen van de bessenglasvlinder zitten op
dat tijdstip boven in hun gangen en worden met de snoei opgeruimd. Wij beperken ons tot de
wintersnoei.
Wintersnoei
Zoals gezegd valt de belangrijkste snoei in de maanden januari tot en met maart. Bij
voorkeur in maart omdat het risico op schade door een vorstperiode dan het kleinst is.
Bessenstruiken zijn opgebouwd uit twee soorten hout. De stevige hoofdtakken, de zgn.
gesteltakken en het daarop groeiende
vruchthout, waarop de bessen zullen gaan
verschijnen.
Een gezonde bessenstruik bestaat uit 5 à 7
gesteltakken. Meerdere takken dienen te
worden verwijderd. Eventueel kan een
enkele nieuwe scheut worden gespaard om
het volgend jaar de plaats in te nemen van
een dan te verwijderen oude gesteltak.
Op deze 5 à 7 gesteltakken bevindt zich
het vruchthout. Het ideale vruchthout bezit
een lengte van 10 à 20 cm. Vruchthout dat
veel langer is dient te worden afgesnoeid
tot op ca. 1 cm van de hoofdtak (gesteltak).
Zijhout lager dan 20 à 25 cm dient te
worden verwijderd.
rode aalbes “Jonkheer van Tets”
witte aalbes
rode en witte aalbessen (trosbessen)
1
2
3
1.
Te ondiep geplant, waardoor
verjonging later moeilijk is.
2.
Plant liever voldoende diep,
zoals hier getoond; snoei de
jonge twijgen fors in, zodat ze
beter vertakken.
3.
Veel vertakkingen laag tegen de
grond zijn ontstaan.
4.
Verwijder afhangende en
kruisende twijgen, beperk u tot
5 tot 7 gesteltakken.
5.
De hoofdtwijgen worden
ingekort op ca. 1.25 meter; kort
het zijhout in tot op bruikbare
vruchttwijgjes; laag afhangend
zijhout wordt verwijderd.
4
5